De Agave is een cactus en behoort tot de succulente familie. Deze cactus met als bijnaam de Honderdjarige Aloë is als kamerplant nagenoeg onverwoestbaar. De Agave is gemakkelijk te verzorgen en de voornaamste reden dat hij wordt weggedaan is omdat hij meestal op den duur te groot wordt. Het blad kan in de natuur wel 2 meter lang worden, in de woonkamer zal dit echter niet snel gebeuren. In Mexico, waar de cactus veel voorkomt, is hij onder andere bekend geworden omdat er de Mexicaanse drank Tequila van gemaakt wordt. De Agave soort die wordt gebruikt om Tequila mee te maken heeft dan ook de naam Agave Tequilana. Maar de Agave kent nog meer soorten. Wat de Agave kenmerkt is dat de bladeren direct uit de basis van de cactus groeien en hij dus geen stam heeft zoals de meeste planten. Ook heeft hij puntige bladeren met een scherpe naald en kan er sap uit de bladeren komen dat kan zorgen voor irritatie op de huid. Dit maakt de Agave er natuurlijk niet minder mooi om en vanwege zijn gemakkelijke verzorging zeker een geschikte plant voor iemand met iets minder groene vingers.
Geef kamerplanten gedurende de groeiperiode (maart tot oktober) voeding. Als de plant net is aangeschaft of verpot kunt u het beste 2 maanden wachten met bemesten. Dan heeft de plant even de tijd om te acclimatiseren. Kamerplanten kunnen absoluut niet in de winter worden bemest, ook niet als er plotseling veel bladval is. Vaak is de oorzaak in dat geval ergens anders te vinden.
In bovenstaande categorieën is vaak het gevaar van overbemesting beschreven. Toch kan het wel eens voorkomen dat er per ongeluk te veel voeding wordt gegeven. Overbemesting kan ervoor zorgen dat de wortels van de plant “verbranden” en dus geen water en voedingsstoffen meer kunnen opnemen. Er zijn manieren om te voorkomen dat de plant dan alsnog dood gaat. Het is belangrijk dat het overtollige voeding wordt afgevoerd, voordat het door de wortels wordt opgenomen. Afhankelijk van het soort pot, kunt u de overtollige voeding op 2 manieren verwijderen:
Zelfwatergevende potten
Bij zelfwatergevende potten (zoals de Lechuza potten) wordt het overtollige water onderin de pot opgevangen. In dit overtollige water zal veel van de overtollige voeding zitten. Als u dit water weggooit, heeft u al een groot deel van de overbemesting behandeld. Het beste is om de potgrond nog een paar keer goed water te geven en vervolgens het overtollige water te verwijderen. Op die manier wordt de voeding uit de potgrond “gespoeld”. De potgrond is dan natuurlijk erg nat, dus het beste is om de kluit goed te laten uitdruppelen en voorlopig geen water te geven.